Toerekening van kennis binnen een groep

Recent is in het tijdschrift Ondernemingsrecht een interessant artikel gepubliceerd. De schrijfster onderzocht of kennis van één vennootschap aan een andere vennootschap kan worden toegerekend als zij deel uitmaken van dezelfde groep.[1]

Wij adviseren regelmatig over de (her) inrichting van vennootschappelijke structuren. Vaak zijn fiscale aspecten daarbij leidend, maar ook zeggenschap, aansprakelijkheid en risicobeheersing spelen een belangrijke rol.

De structuur van een groep moet de door haar gedreven onderneming ondersteunen en beschermen. Vaak worden bedrijfsactiviteiten die min of meer zelfstandig van elkaar worden verricht in verschillende werkmaatschappijen ondergebracht. Erg risicovolle projecten worden veelal vanuit een separate vennootschap uitgevoerd, zodat zij geen risico vormen voor de rest van de groep. Boven de verschillende werkmaatschappijen treffen we meestal een of meer holdings aan. De onderneming kan op deze manier haar risico’s spreiden en haar voortbestaan op de lange termijn veiligstellen.

Als kennis van één van de groepsvennootschappen toegerekend kan worden aan een andere groepsvennootschap dan kan de beschermende werking van de zorgvuldig gekozen structuur doorbroken worden.

De schrijfster van genoemd artikel meent dat wanneer onderdelen van een groep ten aanzien van bepaalde activiteiten feitelijk één organisatie vormen kennis van de ene vennootschap kan worden toegerekend aan de andere vennootschap. Daarbij is het van belang hoe die twee vennootschappen ten opzichte van elkaar zijn gestructureerd. Kennis van een dochter zal in het algemeen sneller aan een moeder kunnen worden toegerekend dan andersom. Kennis van een moeder toerekenen aan een dochter ligt minder voor de hand, evenals het toerekenen van kennis tussen zusters. Veel hangt daarbij af van de feitelijke situatie, alle omstandigheden van het geval moeten worden overwogen.

Een rechter zal in het algemeen erg terughoudend zijn bij de toerekening van kennis. Toch is het verstandig om bij de inrichting en organisatie van een groep de nodige aandacht te schenken aan dit onderwerp.

Wanneer de vraag opkomt of kennis van de ene vennootschap bekend moet worden verondersteld bij een andere vennootschap, zal worden gekeken naar al het handelen en nalaten van de betrokken entiteiten. Had informatie die elders in de groep aanwezig is moeten worden gebruikt door functionarissen van de betreffende vennootschap of had de vennootschap die over de informatie beschikt meer moeten doen om de informatie te delen?

In veel bedrijven is het wenselijk dat informatie vrijelijk en zonder beperking kan worden uitgewisseld binnen de groep. In dat geval is het verstandig om te zorgen voor een adequate onderlinge uitwisseling van informatie. Processen zullen zodanig ingericht moeten worden dat belangrijke informatie eenvoudig op te vragen of te delen is. Als alle functionarissen over de juiste informatie beschikken zal men niet snel aan de vraag toekomen of informatie van de ene entiteit bekend moet worden verondersteld bij een ander omdat die kennis er simpelweg is.

Als entiteiten binnen een groep echter min of meer zelfstandig opereren en informatie niet of slechts beperkt hoeft te worden uitgewisseld dan kan men er uiteraard ook voor kiezen om de interne processen zodanig in te richten dat informatie zoveel mogelijk binnenskamers blijft. Functionarissen zullen daar bewust mee om moeten gaan en naar buiten toe niet de indruk mogen wekken dat informatie vrijelijk wordt gedeeld. Toerekening van informatie zal dan in beginsel alleen plaatsvinden als een wederpartij erop mocht vertrouwen dat bepaalde informatie binnen de groep gedeeld was. De wederpartij moet daartoe een concrete aanleiding hebben.

Het genoemde artikel behandelt deze problematiek meer uitgebreid. Zoals zo vaak is de praktijk echter weerbarstiger dan de theorie en zal de uitkomst van een specifiek geval niet altijd te voorspellen zijn. Bovenstaande geeft echter wel een denkrichting bij de inrichting van uw organisatie. Als u hierover verder met ons van gedachten wilt wisselen of meer informatie wenst te ontvangen dan nodigen wij u van harte uit contact met ons op te nemen.

[1]Ondernemingsrecht 2019/60 Toerekening van kennis van groepsvennootschappen, Mr. B.M. Katan, 26-03-2019