De turboliquidatie
We krijgen soms te maken met ondernemers die één of meer van hun vennootschappen willen liquideren, en dan het liefst zo snel mogelijk. Een bekende optie om dit te bewerkstelligen is de turboliquidatie. De laatste tijd ligt de turboliquidatie echter onder vuur, omdat er te veel misbruik van zou worden gemaakt. Om die reden is het kabinet bezig met een wetsvoorstel om dit misbruik aan te pakken. In deze bijdrage gaan we in op verschillende scenario’s die zich na de ontbinding van een vennootschap kunnen voordoen, de turboliquidatie, waarom het kabinet vindt dat het aangepakt moet worden en wat het wetsvoorstel omvat.
Drie scenario’s
Als een vennootschap wordt ontbonden kunnen zich verschillende scenario’s voordoen:
- Meer baten dan schulden:
Als sprake is van een vennootschap waar meer baten dan schulden zijn, dan volgt na het ontbindingsbesluit de fase waarin de baten van een vennootschap worden verdeeld. Dit noemt men ook wel ‘vereffening’.
- Minder baten dan schulden:
Als sprake is van een vennootschap waar meer schulden dan baten zijn, dan moet de vereffenaar het faillissement van de ontbonden vennootschap aanvragen bij de rechtbank. De rechtbank benoemt dan een curator die de failliete boedel afwikkelt volgens de regels van de Faillissementswet.
- Geen baten:
Als sprake is van een vennootschap zonder baten (‘lege vennootschap’), dan bepaalt de wet dat de vennootschap onmiddellijk ophoudt te bestaan. Dit noemt men ook wel de ‘turboliquidatie’.
De turboliquidatie
Bij een ‘normaal’ faillissement wordt een curator aangesteld om te verifiëren of de vennootschap in het verleden op diverse vlakken wel juist heeft gehandeld. Indien de vennootschap niet alles volgens het boekje heeft gedaan, kan de curator verhaal halen bij de DGA in persoon. Dit in tegenstelling tot de werkwijze bij de turboliquidatie, waar geen curator bij betrokken is. Het besluit tot ontbinding van een vennootschap door middel van een turboliquidatie dient door de algemene vergadering van aandeelhouders te worden genomen. Een dergelijk besluit mag alleen worden genomen indien de vennootschap geen baten meer heeft, vereffening van het vermogen is in dat geval niet nodig omdat er simpelweg niets te vereffenen valt. Nadat het besluit is genomen is de vennootschap onmiddellijk ontbonden. De liquidatie moet dan slechts nog worden ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel.
Misbruik
Bij een turboliquidatie is er sprake van een grote mate van ‘zelfcontrole’, waardoor het voor sommige ondernemers aantrekkelijk kan zijn om misbruik te maken van deze relatief makkelijke manier van ontbinding van de vennootschap. De ondernemer kan namelijk voordat de turboliquidatie plaats vindt, eerst al het geld uit de vennootschap wegsluizen naar zichzelf in privé of naar aan de te liquideren vennootschap gelieerde vennootschappen. In een dergelijke situatie worden schulden in de vennootschap achtergelaten, terwijl er wel degelijk baten beschikbaar zijn of op z’n minst waren om die schulden (gedeeltelijk) te voldoen. De ondernemer laat de schuldeisers met lege handen achter waardoor zij de gedupeerden worden van de turboliquidatie.
Teneinde dit misbruik tegen te gaan wil de Minister voor Rechtsbescherming extra eisen stellen aan de turboliquidatie van een vennootschap en daarmee schuldeisers meer handvatten geven om eventuele claims op te kunnen eisen.
Wetsvoorstel
Het wetsvoorstel zal waarschijnlijk in de loop van 2020 ter consultatie worden voorgelegd. In dit wetsvoorstel zullen naar verwachting de volgende specifieke maatregelen omtrent de turboliquidatie van een vennootschap worden opgenomen:
- Het bestuur wordt verplicht tot het opstellen en deponeren van een slotbalans, welke betrekking heeft op het boekjaar waarin de turboliquidatie plaats vindt.
- In een bijgaande bestuursverklaring moet worden vermeld waarom baten ontbreken.
- Indien van toepassing worden deze stukken vergezeld van een slotuitdelingslijst.
- Het bestuur moet zorgdragen voor een algemene bekendmaking van de ontbinding.
- Bij de bekendmaking moet worden vermeld dat de slotbalans met de jaarrekening ter inzage liggen bij het handelsregister.
- Tot slot moeten vóór de doorhaling van de vennootschap in het handelsregister de jaarrekeningen over alle eerdere boekjaren openbaar gemaakt zijn, tenzij daarvoor een ontheffing op basis van artikel 2:394 lid 5 BW geldt.
Volgens de Minister dragen voorgestelde maatregelen bij aan de verbetering van de transparantie en de verantwoording. Schuldeisers worden beter in positie gebracht om tot een heropening te kunnen verzoeken of een civiele procedure te kunnen starten.
Wij zullen u via onze website op de hoogte houden van de ontwikkelingen omtrent dit onderwerp.