Afbreken van onderhandelingen of ontbinden van een contract vanwege het coronavirus

Een van de hoofdregels in Nederland met betrekking tot het aangaan van overeenkomsten is de zogeheten contractsvrijheid. Dit houdt in dat iedereen in beginsel vrij is om afspraken te maken met wie zij wenst en waarover zij wenst. Tenzij u bijvoorbeeld afspreekt dat uw contractspartij iemand voor u omlegt, een dergelijke afspraak blijft in strijd met de wet. Met het beginsel van contractsvrijheid hangt samen dat u onderhandelingen mag afbreken zolang er geen overeenstemming is.

Toch dient u in de aanloop naar het sluiten van een overeenkomst – zoals zo vaak – de redelijkheid en billijkheid in acht te nemen. Dit betekent dat u tijdens het onderhandelingstraject rekening moet houden met de belangen van uw onderhandelingspartner. Daardoor kan het in bepaalde omstandigheden onredelijk zijn om onderhandelingen af te breken. Doet u dat toch dan kan het zo zijn dat u uw onderhandelingspartner moet compenseren voor de door haar gemaakte kosten en soms zelfs voor de door haar geleden schade in de vorm van gemiste winst.

Is er reeds een overeenkomst?

Allereerst is het belangrijk om na te gaan of er niet reeds een overeenkomst tot stand is gekomen. Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod van de ene partij, die wordt aanvaard door de andere partij. Als u het eens bent geworden over de essentialia van de overeenkomst, wordt in de regel aangenomen dat er sprake is van een overeenkomst. Daarvan kan dus al sprake zijn als u nog geen overeenkomst heeft ondertekend en nog over de details van de overeenkomst onderhandelt. In dit geval bent u de onderhandelingsfase reeds voorbij en bent u niet langer in de positie de onderhandelingen zonder meer af te breken.

Is er nog geen overeenkomst?

Bent u het nog niet eens geworden over de belangrijkste onderwerpen van uw overeenkomst, dan bent u nog in de onderhandelingsfase. U kunt in deze fase de onderhandelingen in principe afbreken. Toch kan ook dan een verplichting tot schadevergoeding ontstaan. Als uw onderhandelingspartner er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat een overeenkomst tot stand zou komen, dan kan het afbreken van de onderhandelingen onaanvaardbaar zijn. Belangrijk is daarbij in hoeverre u aan het tot stand komen van dat gerechtvaardigd vertrouwen heeft bijgedragen. Indien u bijvoorbeeld heeft aangegeven ook met andere partijen in gesprek te zijn, zal uw voormalig onderhandelingspartner minder snel kunnen stellen dat er sprake was van gerechtvaardigd vertrouwen dan het geval zou zijn geweest als u had meegedeeld exclusief met deze partij in onderhandeling te zijn.  De beginselen van redelijkheid en billijkheid bij onderhandelingen dienen uiteraard door beide partijen in acht te worden genomen. Dit betekent dat uw onderhandelingspartner eveneens rekening dient te houden met uw belangen.

Onvoorziene omstandigheden bij een tot stand gekomen overeenkomst

Tot zover de hoofdlijnen onder normale omstandigheden. De wet kent daarnaast het concept ‘onvoorziene omstandigheden’. Wanneer is daarvan sprake en valt de huidige coronacrisis daaronder?

Van onvoorziene omstandigheden is sprake als zich na het sluiten van een overeenkomst uitzonderlijke omstandigheden voordoen waardoor het van (een van de) partijen niet gevergd kan worden dat de overeenkomst ongewijzigd in stand blijft. De rechter kan de overeenkomst dan wijzigen of zelfs ontbinden. Een beroep hierop slaagt maar zelden, de financiële crisis van 2008 werd bijvoorbeeld niet als zodanig geaccepteerd.

Als de invloed van het coronavirus op uw onderneming beperkt is tot een (beperkte) omzetdip dan zal dit niet uitzonderlijk genoeg zijn op grond daarvan een reeds gesloten overeenkomst te ontbinden. Als het coronavirus echter een veel grotere invloed heeft op uw onderneming en u bijvoorbeeld door de overheidsmaatregelen uw onderneming nagenoeg geheel moet stilleggen, dan zou een reeds gesloten overeenkomst wellicht wel gewijzigd of ontbonden kunnen worden.

Onvoorziene omstandigheden in de onderhandelingsfase

Tijdens de onderhandelingsfase geldt eveneens dat de omstandigheden uitzonderlijk genoeg moeten zijn dat van (een van de) partijen niet gevergd kan worden dat de overeenkomst wordt gesloten op de manier die Partijen in eerste instantie voor ogen hadden. Omdat er nog geen overeenkomst tot stand is gekomen, verwachten wij dat een beroep op onvoorziene omstandigheden eerder geaccepteerd wordt tijdens de onderhandelingsfase dan wanneer reeds een overeenkomst is gesloten.

Nemen we de situatie waarin sprake is van een (beperkte) omzetdip, dan mag u waarschijnlijk de onderhandelingen afbreken zonder daarbij schadeplichtig te zijn. Als u uw onderneming nagenoeg geheel stil heeft moeten leggen dan rechtvaardigt dat zeker het afbreken van lopende onderhandelingen (in welke fase dan ook) zonder tot een schadevergoeding gehouden te zijn.

Daarbij is het overigens wel aan te raden u zo snel mogelijk op deze onvoorziene omstandigheden te beroepen. Hoe langer u de onderhandelingen voortzet, hoe groter de kans is dat een dergelijk beroep niet zal slagen. Overigens hoeft een geslaagd beroep op onvoorziene omstandigheden niet te betekenen dat u geen enkele compensatie aan uw onderhandelingspartij hoeft te betalen voor de reeds gemaakte kosten, vaak zal een rechter een evenredige verdeling van de nadelen opleggen.

Heeft u specifieke vragen over dit onderwerp, neemt u dan gerust contact op met een van onze juristen. Zij kunnen u nader informeren.